De bestemming kiezen voor verre reizen met baby of peuter: 8 tips

Een bestemming kiezen voor een verre reis met je baby of peuter is niet eenvoudig. De bestemming moet kinderproof zijn, maar als ouder heb je waarschijnlijk ook een wensenlijstje en/of bucketlist. Ook zijn er nog veel andere dingen waar je rekening mee moet houden als je gaat reizen met een baby of peuter. Maar welke dingen zijn dat precies? En waarheen kun je reizen met een baby of peuter? Wij geven je 8 tips bij het kiezen van een verre bestemming met baby of peuter.

#1: Zijn er vaccinaties nodig?

Bij het kiezen van een verre bestemming met baby of peuter, is het verstandig om te kijken of er vaccinaties nodig zijn. Voor veel landen buiten Europa wordt een Hepatitis A vaccinatie aanbevolen. Op onder andere deurklinken, kranen, handdoeken en in voedsel en drinken kan een virus zitten waardoor je een Hepatitis A infectie krijgt. Een vaccinatie voor Hepatitis A wordt niet gegeven aan kinderen onder de 1 jaar. Redenen hiervoor zijn dat kinderen onder de 1 vaak nog beschermd zijn via de moeder, niet veel last hebben van een Hepatitis A infectie en nog niet met de ouders mee eten. Ze eten dan ook niets wat gekookt wordt in restaurants. Vanaf de 1 jaar wordt dit vaccin wel aan kleine kinderen gegeven.

In sommige landen heb je ook vaccinaties nodig voor Gele Koorts of Buiktyfus. Gele koorts is een virus dat wordt overgedragen door tropische muggen. De vaccinatie hiervoor wordt vaak aangeraden of zelfs verplicht voor landen waar ook Malaria heerst. Dit vaccin kan al gegeven worden wanneer een baby 6 maanden oud is. De bijwerkingen van dit vaccin zijn vaak wel iets extremer. De vaccinatie voor buiktyfus wordt pas vanaf de 2 jaar gegeven. Het is daarom niet aan te raden om met een baby of (jonge) peuter naar landen te reizen waarvoor deze vaccinatie wordt aangeraden.

Uiteindelijk hebben wij de keuze gemaakt om wel te reizen naar landen waar een Hepatitis A vaccinatie voor aanbevolen wordt. Landen met aanbevelingen voor Gele koorts of Buiktyfus slaan we maar even over zolang we nog reizen met een baby of peuter. Gelukkig zijn er voldoende landen waar je alleen een Hepatitis A vaccinatie voor nodig hebt. Overleg wel altijd even met de GGD: als je met een baby onder de 1 jaar reist, kiezen ze er soms voor om 1 van de vaccinaties uit het Rijksprogramma te vervroegen. Zo heeft Luca met 11 maanden een extra BMR vaccinatie gekregen toen wij naar Maleisië gingen.

#2: Kijk of er geen Malaria heerst

Het is hierboven al even kort genoemd: in sommige verre bestemmingen komt Malaria voor. Malaria is voor kleine kinderen erg gevaarlijk. Deze ziekte door de prik van een Malaria mug kan bij hen ernstig verlopen. Tegen Malaria kun je niet vaccineren. De enige manier om Malaria te voorkomen, is door malariatabletten te slikken. Een baby of een klein kind kun je lastig of zo niet onmogelijk tabletten laten innemen. Bovendien kunnen de bijwerkingen van malariatabletten ook heel heftig zijn.

Er zijn nog wel andere maatregelen die je kunt nemen om Malaria te voorkomen, zoals slapen onder een klamboe met de airconditioning aan, bedekkende kleding dragen en onbedekte huid insmeren met DEET. Al mogen peuters en baby’s ook geen producten met een hoge concentratie DEET.

Daarom is het ernstig af te raden om naar een land met Malaria af te reizen. Je kunt simpelweg niet garanderen dat je kind veilig is voor deze ziekte, en je kunt je kind het ook niet aan doen om zelfs die tabletten maar te proberen. Bekijk deze kaart voor een overzicht waar Malaria heerst.

#3: Check de status van hygiëne & gezondheidszorg

Ook niet onbelangrijk: probeer erachter te komen wat de status is van de hygiëne en de gezondheidszorg van het land dat je gaat bezoeken. Je wil natuurlijk niet dat je kleintje ziek wordt door slechte hygiëne. En wanneer je dan toch gezondheidszorg nodig hebt, wil je ook dat deze van acceptabel niveau is. Snelle toegang tot uitgeruste ziekenhuizen is toch wel een vereiste als je gaat reizen met kleine kinderen.

Waar je ook rekening mee moet houden als je gaat reizen met (kleine)baby’s: ze kunnen sneller uitdrogen en ze hebben hun temperatuur niet altijd op orde. Ook hun immuunsysteem is nog niet heel goed ontwikkelt. Ze kunnen zelf nog niet aangeven wanneer ze niet lekker zijn, of wanneer ze het te koud of te warm hebben. Kies daarom voor een land waar je hun temperatuur op peil kunt houden en terug kunt vallen op goede gezondheidszorg in het vervelende geval dat dit nodig is.

#4: Controleer of hoogteziekte een rol kan spelen

Kijk bij het kiezen van een vakantie bestemming voor je verre reis met een baby of peuter ook zeker naar de hoogte van de bestemmingen die je wil bezoeken. Als je op reis gaat naar bijvoorbeeld Peru of Bolivia, liggen een aantal steden op meer dan 2500 meter hoogte. Sommige mensen krijgen hoogteziekte als ze net op een hoger gelegen bestemming aankomen. Symptomen van hoogteziekte zijn kortademigheid, hoofdpijn, misselijkheid en/of braken, duizeligheid of jezelf zwak voelen. Mocht je last hebben van een ernstige hoogteziekte en dit niet op tijd behandelen, dan kun je in een coma raken of zelfs overlijden.

Het is niet zo dat (kleine) kinderen sneller last hebben van hoogteziekte, maar het probleem is dat zij dit niet zo goed bij je kunnen aangeven. Als kinderen last hebben van hoogteziekte worden ze hangerig, gaan ze jengelen, vertonen ze lusteloosheid en eten ze en slapen ze slecht. Als ouder zie je dan niet echt een verschil met wanneer ze gewoon moe zijn van een lange reis. Het is daarom af te raden om met kleine kinderen naar hoge gebieden te reizen. En mocht je het dan toch doen, zorg dat je eerst op bestemmingen komt die ook wat hoger liggen, maar nog steeds onder de 2500 meter grens. Dan kan iedereen aan de hoogte wennen.

#5: Zijn babyproducten eenvoudig te verkrijgen?

Waar je ook rekening mee moet houden, is de aanwezigheid van luiers en babyvoeding op je bestemming. Nou zijn luiers vaak niet echt een probleem. Melkpoeder voor babymelk wordt soms al wat lastiger als je naar minder ontwikkelde gebieden reist. De grootste uitdaging zit hem in groente en fruit, als je reist met een baby die nog niet met de pot mee eet.

Onze ervaring is dat het niet in alle landen mogelijk is om eten voor baby’s te kopen. In Maleisië kon je maar heel beperkt potjes groentehapjes halen, zodat Luca (toen 11 maanden en geen Hepatitis A vaccinatie) alsnog redelijk vaak een beetje met ons mee at. Dit kan risicovol zijn in sommige landen, dus wees daarom extra voorzichtig met het restaurant waar je gaat eten. Potjes fruit waren in Maleisië gelukkig wel nog te vinden, maar een ander stel dat we leerden kennen met een dochtertje van 9 maanden, zijn op Langkawi een hele middag op zoek geweest naar een potje groenten.

#6: Zijn er voldoende kindvriendelijke accommodaties?

Als je een verre reis maakt met een baby of peuter, heb je ook kindvriendelijke accommodaties nodig. Waar je vroeger nog in een hostel of een kleine goedkope hotelkamer sliep, moet je nu iets meer aandacht (en waarschijnlijk ook geld) besteden aan een kindvriendelijke accommodatie. Besef je goed dat tijdens een reis met kinderen, je accommodatie meer is dan een plek om te slapen. Stiekem breng je hier nog best wat tijd door. Het tempo tijdens je reis ligt lager en je kind wil ook wat tijd om te spelen. Bovendien heeft een klein kind ook een vroegere bedtijd. Hierdoor ben je ’s avonds ook meer bij je accommodatie dan wanneer je nog geen kinderen had.

Daarom gaan wij vaak op zoek naar appartementen. Het liefst een appartement met meerdere slaapkamers. Zo heb je voldoende ruimte voor alle extra spullen die je meeneemt, en heeft je kindje ook de ruimte om te spelen. En als je kind ’s avonds al in bed ligt, heb je zelf nog de mogelijkheid om in de woonkamer te zitten. Hotels kunnen natuurlijk ook. Hou er dan alleen wel rekening mee dat je een hotelkamer zoekt die groot genoeg is. Ook kan het uitdagingen geven wanneer je kindje ’s avonds of overdag slaapt.

#7: Kijk naar het vervoer ter plekke

Een van de belangrijkste dingen waar je rekening mee moet houden bij het kiezen van een bestemming voor een verre reis met een baby of peuter, is het binnenlandse vervoer. Het fijnste is wanneer je een auto kunt huren. Zo kun je zelf kiezen hoe laat je vertrekt. Ook kun je wat vaker stoppen of kortere ritten maken dan wanneer je met bijvoorbeeld een bus gaat. Met een huurauto kun je het reisschema dus op het ritme van je kind aanpassen. Bovendien is het erg praktisch: je kunt meer meenemen en iets wat je even niet nodig hebt in de kofferbak laten liggen. Een huurauto maakt het reizen ook een stuk relaxter. Je hoeft niet bang te zijn dat je kind tijdens een rit begint te huilen en een hele bus geërgerd naar jou kijkt.

Helaas is een auto huren in veel verre landen niet mogelijk. Vaak is de kwaliteit van de wegen te slecht of is het simpelweg niet veilig om als westerse toerist zelf te rijden. In sommige (voornamelijk Aziatische) landen kun je alleen met de auto als je een chauffeur hebt.

Reizen in het betreffende land per vliegtuig, bus of trein kan ook, maar je bent wel afhankelijk van de vertrektijden en je moet veel wachten. Ook neem je stiekem een hoop spullen mee. Nogal een gedoe dus. Waar je bovendien ook rekening mee moet houden is de uitrusting van het lokale vervoer. Bussen in bijvoorbeeld Peru, Chili of Mexico zijn luxe uitgerust en zijn in principe prima met kleine kinderen te doen. Maar bussen in Ecuador of Guatemala zijn een ander verhaal, en niet erg geschikt voor kleine kinderen. Bekijk daarom goed de infrastructuur ter plekke voordat je je definitieve bestemmingen uitkiest.

#8: Check de lokale afstanden

Kijk bij het kiezen van een bestemming voor een verre reis met baby of peuter ook naar de afstanden die je ter plekke moet afleggen. Baby’s mogen niet urenlang in een auto zitten, peuters willen dat meestal niet. En voor jezelf is het ook niet fijn om urenlang met een klein kind te reizen. Uiteindelijk worden kleine kinderen het gelukkigst als ze lekker kunnen spelen of zwemmen. Probeer daarom op reisdagen maximaal 3-4 uur te reizen, en genoeg aaneengesloten dagen op een dezelfde plek door te brengen. Elke dag onderweg zijn, is voor zo’n kleintje ook niet fijn.

Zo voldoet een bestemming als Namibië aan de meeste eisen. Je kunt er zelf rijden, er zijn relatief weinig vaccinaties nodig, het land is redelijk modern en de hygiëne is op peil. Het nadeel van Namibië: je zit urenlang in de auto. Hiermee wil ik niet zeggen dat je niet met een klein kind naar Namibië kunt, maar misschien is het leuker om hier naartoe te gaan als je kind iets ouder is. Dan gaan ze ook iets bewuster mee op safari.

Gerelateerde artikelen